Nederlandse festivals in zwaar weer
Na decennia van een bijna oneindige groei aan festivals in Nederland, lijkt de rek van wat er in ons land aan evenementen mogelijk is er nu toch écht uit. Sterker nog, we zijn bij een kantelpunt aanbeland waarbij er, door diverse factoren, festivals geleidelijk omvallen. We laten vier festivals aan het woord die deze zomer geheel of gedeeltelijk verstek moesten laten gaan, waarvan er drie zelfs volledig stoppen.
De festivalsector zit momenteel niet zomaar in zwaar weer, maar heeft te maken met wat Amerikanen een ‘perfect storm’ noemen. Twee seizoenen zonder inkomsten vanwege de coronapandemie, direct gelinkt aan supply-chain-issues en een enorme afname aan personeel en vrijwilligers, prijzen die de pan uit rijzen door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne, strengere maatregelen en vergunningverlening door de stikstofproblematiek en daarbovenop een vergroot risico op extremere weersomstandigheden vanwege klimaatveranderingen.
Een paar jaar geleden floreerden festivals, met af en toe een paar kleinere namen die verdwenen. Een soort natuurlijke selectie, met nog altijd voldoende alternatieven. De opeenstapeling van recente gebeurtenissen op lokale en wereldwijde schaal zorgen voor een aardverschuiving in de festivalbranche en leiden mogelijk zelfs tot een ‘extinction-level event’, waarbij alleen de festivals overblijven die zich weten aan te passen op de alsmaar veranderde buitenwereld. Zo konden Oh My! Festival, Welcome To The Village en Into The Summer Festival in 2023 niet doorgaan, terwijl onder anderen Festival Op ’t Eiland en het iconische Parkpop zelfs helemaal de handdoek in de ring gooiden. Is dit een ongelukkige samenkomst van omstandigheden voor een kleine groep festivals of een trend in de transitie naar een nieuw festivallandschap?
Lange strijd
Veel festivals in Nederland staan op losse schroeven vanwege aangescherpte wetgeving. Welcome To The Village in Leeuwarden kampte daar al sinds 2017 mee en moest op een gegeven moment vertrekken van zijn oorspronkelijke locatie, de Groene Ster. Omdat er niet op tijd een geschikte nieuwe locatie gevonden werd, besloot de organisatie eind vorig jaar dat er voor 2023 geen editie mogelijk zou zijn. Toen leek artistiek directeur Eva van Netten nog hoopvol over de toekomst van Welcome To The Village, maar voor de aanvang van de zomer kwam zij met het nieuws dat het festival definitief zou stoppen.
“Het is een lange strijd geweest en dan wil je niet dat dit de uitkomst is, omdat je de hele tijd strijdt voor iets wat wél kan, iets waar je toch nog een opening ziet”, vertelt ze terugkijkend over de verschillende rechtszaken waarin Welcome To The Village verwikkeld was. “Op een gegeven moment is de strijd gestreden en dan moet je concluderen dat je hier geen toekomst in vindt. Dat is heel pijnlijk.”
Boze buur
In Leeuwarden moesten drie festivals het bijltje erbij neergooien omdat één man rechtszaken bleef aanspannen en uiteindelijk in het gelijk werd gesteld door de rechter. Geen van de vergunningen werd verlengd. “Dat toont dus aan dat het bestemmingsplan niet waterdicht is en daar moet de gemeente Leeuwarden iets aan doen”, aldus Van Netten. “Het leek in het begin om een boze buurman te gaan, maar later ontdekten we dat hij wel elk jaar naar ons festival kwam, dus het ging ook helemaal niet om ons als festival. Het was een principekwestie. Dus dan heb je iemand die heel volhardend is en zegt: ‘Ik wil geen festivals in dit gebied.’ Met allerlei argumenten over natuurbescherming.”
Dat terwijl uit ecologische onderzoeken en geluidsreportages over Welcome To The Village bleek dat er geen schade voor de natuur was. “Als één iemand daarover klaagt, heb je meteen een rechtszaak aan je broek. Het is zorgelijk dat festivals daarmee te maken krijgen. Dat kost heel veel tijd, geld en moeite en zorgt voor onzekerheid.”
Als één iemand klaagt, heb je meteen een rechtszaak aan je broek
Gestegen fees
Met veertig edities op de teller was Parkpop in Den Haag een van de oudste popfestivals in Nederland, maar de jubileumeditie in 2022 zou de laatste blijken. Al die veertig edities waren volledig gratis toegankelijk dankzij subsidies en sponsoring, tot Parkpop niet meer kon opboksen tegen de stijgende prijzen.
“Het eerste probleem waren de toegenomen fees van de artiesten”, zegt Guus Dutrieux, algemeen directeur van DUCOS, dat Parkpop jaarlijks organiseerde. “Vroeger was een tournee ter promotie voor een album, maar toen de platenhandel volledig instortte, moesten we ineens veel meer betalen. Die fees stegen dusdanig snel dat het niet meer bij te benen was. Andere festivals gooien dan de entreeprijs omhoog, maar dat konden wij niet. We hebben onderzocht om entree te heffen op Parkpop. Omdat Parkpop de functie had om een breed publiek te bereiken, kon de entreeprijs niet hoog zijn, maar dan zouden de inkomsten dusdanig laag zijn dat je niet het festival kon neerzetten dat je voor ogen had. Bovendien krijg je minder subsidie als je entree vraagt. Dan blijf je dus nog steeds met tekorten zitten. We draaiden al jaren verlies en na corona ging het helemaal hard.”
Niet meer relevant
Dutrieux benadrukt dat de toenemende vraagprijs van artiesten slechts één van de factoren was waardoor een gratis festival ter grootte van Parkpop financieel niet langer houdbaar was. “Investeringen in milieumaatregelen, handhaving, verkeersmaatregelen”, somt hij op. “Dat zijn allemaal extra kosten die je niet terugverdient.”
Parkpop op een kleinere schaal organiseren, bijvoorbeeld op een andere locatie dan het Malieveld, was voor Dutrieux geen optie. “Als je een festival hebt van het kaliber Parkpop, met een landelijke positionering en uitstraling, wil je die positie behouden. Dat is waar wij voor staan. Toen wij in 1981 begonnen, was er nog niks. Dan is de conclusie misschien gewoon dat een grootschalig gratis toegankelijk festival in Den Haag, of überhaupt in de Randstad, niet meer relevant is. Parkpop moet nu plaatsmaken voor andere initiatieven op kleinere schaal. Ik hoop dat de gemeente inzet op de initiatieven die er al zijn in Den Haag, zoals Kaderock.”
Subsidies en drankomzet
Een evenement dat in hetzelfde schuitje zat als Parkpop, zij het op een andere schaal, is Festival Op ’t Eiland. De organisatie kondigde in februari aan na tien jaar te stoppen met het festival dat tijdens de Nijmeegse Vierdaagsefeesten plaatsvond op het Stadseiland aan de Waal. Vooral de stijgende materiaal- en personeelskosten werden hierbij als reden opgevoerd.
“Ieder jaar bleek het heel lastig om datgene te organiseren wat wij voor ogen hadden en wat realiseerbaar was”, erkent Antwan van Horik, directeur van theater- en festivalorganisatie De Schoenfabriek, dat Festival Op ’t Eiland organiseerde in samenwerking met Lindenberg Cultuurhuis. “Het was een gratis festival en dan moet je het hebben van subsidies en van de drankomzet. De subsidiegevers hebben al regelmatig aangegeven dat het op een bepaald moment stopt. Aan de ene kant moet je veel drank verkopen, maar je wilt ook verdieping in je programma met theater- en dansvoorstellingen.”
Weersafhankelijk
De concurrentie van andere evenementen tijdens de Vierdaagsefeesten bleek uiteindelijk ook te groot en de locatie niet ideaal. “Tijdens de Vierdaagsefeesten heb je heel veel mogelijkheden in de stad en je moest de Waalbrug over om op onze festivallocatie te komen. We waren heel erg afhankelijk van het weer. Als het minder mooi weer was, dan bleven mensen langer in de stad. We hebben een paar jaar pontjes laten varen, maar de kosten werden steeds hoger. Dat ging ook niet altijd, wanneer het water te hoog of te laag stond.”
Er werden allerlei scenario’s doorlopen om te kijken of Festival Op ’t Eiland op enige wijze kon worden voortgezet. De conclusie was dat het simpelweg onhaalbaar was voor de organisatie. Strandbar Stek heeft dat gat inmiddels opgevuld met een andere formule. “We hebben vastgehouden aan waar we voor stonden. Hartstikke goed dat er nu een alternatief georganiseerd wordt, maar dat is wel cultureel op een ander vlak dan wat ik zou willen organiseren.”
Code oranje
In tegenstelling tot de festivals die hierboven aan het woord kwamen, gaat het nog altijd goed met het Weerter rockfestival Bospop. De geplande editie van 2023 was ook al in volle gang, totdat de weerberichten voor de laatste dag van Bospop binnenkwamen. De KNMI gaf code oranje af voor Limburg en Noord-Brabant, met kans op hagelstenen en zware onweersbuien. Hierdoor zagen de organisatoren van Bospop, Awakenings en Wildeburg zich genoodzaakt om hun festivals eerder te beëindigen. “Uiteindelijk was het de enige juiste keuze om Bospop af te gelasten”, stelt Koen Klomp van het managementteam van Bospop. “Het is een enorm moeilijke keuze om te maken, maar de veiligheid van onze bezoekers staat voorop. De voorspellingen waren tot windkracht tien en hagelstenen van twee tot vier centimeter; dat zijn gewoon kleine kanonskogels. Daar is geen festivalterrein tegen bestand. We hebben al vaker geoefend op dit soort noodsituaties, maar dit was de eerste keer dat wij ermee te maken kregen.”
Tijd voor wat nieuws
Uiteindelijk bleef het voorspelde noodweer grotendeels uit, al waren de bezoekers vol lof over het besluit van Bospop om het festival te staken. “Door onze bezoekers werd dat sterk gewaardeerd. Alle kaartkopers gaan we compenseren. We nemen ook een deel van de consumptiebonnen terug. Het is een financiële klap, maar het lijkt erop dat de verzekering een groot deel van het verlies gaat uitkeren.”
Bospop lijkt dus een zonnige toekomst tegemoet te gaan, maar de organisatoren van de festivals die wel gestopt zijn drukken hun collega’s op het hart om de vinger continu aan de pols te houden. “De samenleving verandert, terwijl het concept van Parkpop al best oud was en misschien achterhaald”, redeneert Guus Dutrieux. “Dan is het tijd voor wat nieuws.”
Eva van Netten is het daarmee eens. “Ik denk ook dat veel festivals naar een nieuw model moeten zoeken om door te kunnen.” Van Horik denkt dat het nog altijd mogelijk is om gratis festivals te organiseren als je de drankprijs omhoog gooit. Zolang je maar vertelt wat je daar als festival allemaal van doet. “Als je dat goed communiceert, snappen de bezoekers dat wel.”