Prinsjesdag 2022: plannen voor de cultuursector
Dinsdag 20 september is het Prinsjesdag 2022. Deze dag wordt verder ingegaan op de 135 miljoen extra voor herstel, vernieuwing en groei van kunst en cultuur. Dit jaar gaat het structureel om € 135 miljoen en daarna loopt het op naar € 170 miljoen extra per jaar voor cultuur. De toekomst van het culturele en creatieve veld heeft door de coronacrisis onder grote druk gestaan en staat nog steeds voor grote uitdagingen. De extra middelen voor cultuur zijn een belangrijke steun in de rug, zo liet de staatssecretaris eerder weten in een brief aan de Tweede Kamer. De uitwerking van de € 170 miljoen per jaar vanaf 2023 volgt in een brief na Prinsjesdag.
De extra investeringen gaan naar makers in de culturele en creatieve sector. Producties en projecten kwamen tijdens de coronacrisis stil te liggen. Met € 20 miljoen aan startsubsidies krijgen vrije producenten de kans om nieuwe producties op te zetten. Hiermee groeit de werkgelegenheid voor makers, technici en decorbouwers. Om de opdrachtenstroom weer op gang te brengen is € 12,5 miljoen beschikbaar om te investeren in grote Nederlandse drama-, documentaire- en animatieseries. Specifieke aandacht is er voor startende makers die door de sluiting van de cultuursector een moeilijk start hadden. Voor startende cultuurmakers en erfgoedprofessionals wordt € 9,9 miljoen uitgetrokken om hen alsnog een kans te bieden een podium of werkplek te vinden en een carrière op te bouwen.
Om ondernemerschap te stimuleren komt er via Cultuur+Ondernemen € 15 miljoen beschikbaar om via een lening tegen een lage rente te investeren in producties en projecten. Dit draagt er ook aan bij dat mensen achter de schermen, zoals productieleiders, geluidsmensen en podiumbouwers kunnen terugkeren naar de culturele sector.
Versterken arbeidsmarktpositie
Het structureel hervormen en versterken van de arbeidsmarktpositie gebeurt in nauwe samenwerking met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het is belangrijk de positie van werkenden in de culturele en creatieve sector te versterken. De coronacrisis legde de zwakke arbeidsmarktpositie van deze mensen bloot. Veel van hen werken als zzp’er, hebben verschillende opdrachten tegelijk of combineren dit met een kleine dienstbetrekking. Ze verdienen onvoldoende om zelf inkomensschommelingen op te vangen en hebben daardoor hun spaargeld moeten aanspreken. Daarom komt er € 10 miljoen beschikbaar voor een pilot die werkgevers faciliteert om gezamenlijk freelancers in dienst te nemen waardoor ze meer sociale zekerheid hebben. Er komt ook een pilot met een financiële tegemoetkoming in de kosten van een arbeidsongeschiktheids- of pensioenverzekering.
Terugkeer publiek
De bezoekersaantallen zijn nog niet zo hoog als ze waren. Publiekscampagnes moeten mensen weer aanmoedigen een bezoek te brengen aan al die culturele instellingen die Nederland rijk is, maar ook om cultuur te beoefenen. Amateurs worden extra gestimuleerd om mee te doen aan culturele lessen en activiteiten. Hiervoor is € 4 miljoen beschikbaar. Voor extra culturele programmering bij de publieke omroep is € 5 miljoen te besteden om zo makers te ondersteunen en tegelijkertijd een breder publiek naar theaters, musea en bioscopen te trekken.
Cultuuraanbod jongeren
Een ander speerpunt voor staatssecretaris Uslu zijn de jongeren. De coronacrisis heeft veel impact op hen gehad: sociaal, economisch en mentaal. Festivals, poppodia en het nachtleven lagen stil. Met een impuls jongerencultuur van € 19,6 miljoen komt er extra ondersteuning aan lokale plekken en initiatieven voor jongeren om zich creatief te ontwikkelen en cultuur te beoefenen. Bijvoorbeeld oefenruimtes voor bandjes, of plekken waar jongeren zich kunnen ontwikkelen en experimenteren op het gebied van theater, dans, muziek en spoken word. Daarnaast wordt het met € 2,5 miljoen voor alle mbo-scholen en studenten makkelijker tijd te besteden aan kunst- en cultuur. Net als op de Cultuurkaart in het voorgezet onderwijs komt op de MBO Card een budget per student.
Via Rijksoverheid.nl